Samenwerkende merken: lessen uit Gallup en Greenleaf

47401.jpg

Een kleine enquete: wie kent niet een voorbeeld van een nieuwe samenwerking, waarbij iedereen enthousiast is, en vergeet na te denken over de basis-afspraken. En als dat laatste wel gebeurt, moet je het vervolgens ook nog doen. Voorbeelden te over van goede bedoelingen die in schoonheid sterven: de rechtbank Amsterdam mocht binnen 2 dagen 2 vonnissen wijzen die zagen op een uiteengevallen samenwerking waarbij de afspraken over de rechten op de merken niet goed waren uitgewerkt of uitgevoerd.

In het Gallup-vonnis mocht de rechtbank Amsterdam de knoop ontwarren die was ontstaan binnen de international Gallup-organisatie - beroemd van de gelijknamige "Gallup Poll" - en het Nederlandse NIPO, dat destijds ook nog aan de wieg van de internationale organisatie had gestaan. Merkregistraties waren door verschillende partijen gedaan en licenties niet altijd even duidelijk uitgewerkt met name op het punt van wie de merken nu zijn als er een scheuring ontstaat. De zaak leert dat het toch verstandig is dat wel van tevoren te regelen, want het eindresultaat nu is niet direct helder: Nipo behoudt het recht Gallup te voeren, maar is zijn exclusiviteit kwijt. Dat lijkt een wat warrige eindstand op te leveren:
IEPT20070905, Rb Amsterdam, Gallup v Nipo

Een dag later mocht de Amsterdamse voorzieningenrechter ordenend optreden over de rechten op het merk Greenleaf - Center for Servant-Leadership. Het merk was door de voormalig vertegenwoordiger voor Nederland gedeponeerd. Na het beëindigen van de samenwerking en het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiger voor Nederland zat die registratie in de weg. De rechter oordeelde dat de beëindiging van de samenwerking met zich bracht dat het merk diende te worden overgedragen en dat het depot ook kon worden aangepakt als "depot te kwader trouw" ook al was de termijn van vijf jaar waarin dat normaal moet gebeuren al verstreken. De uitspraak leert dat de rechter ruimhartig diende om te gaan met het ter beschikking staande juridisch instrumentarium om dit op zich redelijk lijkende resultaat te bereiken. Hier ontstond in ieder geval - anders dan in de Gallup-zaak - een eindstand waarbij de gebruiksrechten in één hand kwamen:
IEPT20070906, Rb Amsterdam, Greenleaf