Juridisch gelijk behoren te hebben is één ding, maar om feitelijk gelijk te krijgen is bewijs nodig. Met name bij het procederen over bedrijfsgeheimen is dat bewijs vaak lastig boven tafel te krijgen. Een probleem bij het procederen over bedrijfsgeheimen is dat het bewijs van de gestelde inbreuk op andermans bedrijfsgeheim meestal verweven is met bedrijfsgeheime informatie van de beweerdelijke inbreukmaker, die op zijn beurt ook aanspraak kan maken op bescherming van zijn (beweerdelijk wel) rechtmatig verworven bedrijfsgeheimen. Beide partijen hebben er dus belang bij om bepaalde voor de procedure essentiële informatie ‘onder de pet’ te kunnen houden, maar als niet alle feiten voor beide partijen – en de rechter – kenbaar zijn, kan het recht op een eerlijk proces van artikel 6 EVRM in het gedrang komen.