Grensoverschrijdende verboden, althans de mogelijkheid daartoe en de processuele perikelen die dat oproept spelen nog volop:
In zijn vonnis van 25 jui 1008 oordeelde de Haagse rechtbank Izumi v Philips dat aanhouding van een grensoverschrijdend octrooiverbod voor Nederlandse gedaagden niet nodig was ondanks nietigheidsverweer, omdat beslist kon worden zonder te hoeven oordelen over de geldigheid van het octrooi.
In zijn vonnis van 18 juni 2008 in de zaak Fort Vale v Pelican besloot diezelfde rechtbank tot aanhouding van het gevraagde grensoverschrijdend verbod in die octrooizaak wegens nietigheidsverweren. Tevens overwoog de rechtbank dat de Gilette-verweren ook dienden te worden aangehouden omdat beoordeling van die verweren nauw verweven is met de geldigheid van het octrooi