Hof Amsterdam omzeilt 'overdracht' van domeinnaam perikelen in Quickprint

In zijn Quickprint-arrest van 19 oktober 2006 omzeilt het Hof Amsterdam de perikelen rond de vraag wat voor soort recht een recht op een domeinnaam is - en of dat recht dan wel of niet overdraagbaar is - door eenvoudigweg te bevelen dat dient te worden meegewerkt aan een wijziging van de tenaamstelling. Indien het recht op een domeinnaam gekwalificeerd wordt als een vorderingsrecht op SIDN, dan is dat recht als vorderingsrecht overdraagbaar conform artikel 3:83(1) BW. Wil men het recht op een domeinnaam echter kwalificeren als een tegen derden handhaafbaar ongeschreven absoluut recht, dan loopt men direct tegen het probleem aan dat dit recht dan niet overdraagbaar is. Artikel 3:83(3) BW verlangt dan immers dat een wettelijke bepaling dan in die overdraagbaarheid dient te voorzien, en zo'n wettelijke bepaling ontbreekt voor domeinnamen.
Het Hof benadert de kwestie praktisch door - naar het zich laat aanzien op eigen initiatief - de vordering tot overdracht te herformuleren: "De vorderingen onder 3 en 4 van het petitum tot overdracht en wijziging van de tenaamstelling van de domeinnaamregistratie verstaat het hof aldus dat [x] dient te worden veroordeeld om op zijn kosten mee te werken aan de tenaamstelling van de domeinnaam www.quickprint.nl op naam van Quickprint B.V. Aldus zal worden beslist."

 Hof Amsterdam, 19 oktober 2006, Quickprint

Zie ook: Noot bij Hof Den Bosch, 17 januari 2007, Domeinnaam Beautypartners.nl